In de jaren 90 van de vorige eeuw is door Dr. Steven Porges ontdekt dat ons autonome zenuwstelsel namelijk NOG een deel heeft. Namelijk het dorsale gedeelte. Deze ontdekking heeft geleid tot een nieuwe theorie, namelijk de Polyvagaal theorie. Ik ga deze theorie hier kort in ‘Jip en Janneke taal’ voor je uitleggen.

 

Ons autonome zenuwstelsel bestaat dus uit het sympathische deel en het parasympatische deel. Ons parasympatische deel wordt voor een groot deel gevormd door onze tiende hersenzenuw, de nervus vagus. Porges (2019) heeft ontdekt dat deze zenuw uit twee delen bestaat, namelijk een ventraal deel. Dit deel zorgt ervoor dat we ons ontspannen en in flow voelen, we zijn in verbinding met onszelf en anderen.

Maar ook een dorsaal deel, dit is juist het deel dat ons afzondert van de rest, ons verlamt (letterlijk of figuurlijk) en ons lusteloos laat voelen.

 

Alle drie deze delen van ons autonome zenuwstelsel zijn ingericht op overleving, gebaseerd op de situatie waarin jij, of beter gezegd jouw zenuwstelsel zich bevindt. Ik leg ze hieronder uit met een voorbeeld vanuit onze tijd als holbewoner, om het duidelijk te kunnen schetsen.

 

Ventraal (parasympatisch):

Je voelt je ontspannen, uitgerust, vrolijk en in flow. Het gaat goed, er is geen gevaar, voldoende te eten. Dus heb je ook zin om sociale verbinding aan te gaan, om contact te maken met de groep en wellicht te zorgen voor het nageslacht.

 

Sympathisch:

Een grote beer komt op je af. Er is actie nodig, je komt in beweging, er is nu geen tijd voor connectie. In deze fase zit je in je de vlucht of vecht modus. Overleven is het hoofddoel, rennen of vechten met die beer. Je hebt nu geen tijd voor sociale contacten of om te eten.

 

Dorsaal (parasympatisch):

De beer heeft je te pakken, het is je teveel geworden. Jouw zenuwstelsel voelt zich niet veilig genoeg meer en raakt verlamd, verdoofd en wil geen sociale verbinding meer. Ook dit is op dit moment een overlevingsstrategie, ten eerste om gewoon in leven te kunnen blijven (voor dood spelen want wellicht laat de beer je nog los). En ten tweede, stel dat je het niet overleeft, dan voel je het ten minste niet meer zo erg. Je bent als het ware verdoofd.

Waarom is kennis over deze delen van ons zenuwstelsel nu zo belangrijk?

Door deze delen te begrijpen, dus ook jouw zenuwstelsel (en dat van je kind). Kun je gaan leren herkennen en erkennen in welk deel jij je op een bepaald moment bevindt. Je kunt jezelf hiervoor een soort ladder inbeelden, de Polyvagale ladder. Sta je bovenaan de ladder dan zit je in het ventrale deel, voel je je ontspannen, in flow en verbinding.

 

Zak je naar het midden van je ladder, kom je in het sympatisch deel. Het deel wat staat voor actie en mobilisatie. Zoals wanneer je moet vluchten, maar ook om gezellig te gaan dansen of sporten. Dit deel kan dus ook heel positief zijn, maar met mate. 24 Uur aan een stuk dansen of sporten is teveel van het goede, dan zal je doorzakken naar het onderste deel van je ladder, het dorsale deel. Je lichaam zal dan zeggen, HO stop, ik trek me terug en heb nergens geen zin meer in.

 

Door hier jezelf bewust van te worden kun je beter op je behoeften in gaan spelen. Voel je bijvoorbeeld dat je lang ‘aan’ hebt gestaan in jouw sympatisch deel en heb je eigenlijk ’s avonds nog een feestje, maar is het al teveel voor je? Durf dan te voelen en op basis van jouw behoeften een beslissing te nemen. NIET vanuit de verwachtingen van anderen. JIJ bent degene die ervoor moet zorgen dat je weer bovenaan je ladder komt. Je kunt hierbij ondersteuning zoeken, maar uiteindelijk ben jij degene die het echt zal moeten doen. 

 

In de volgende lessen gaan we concreet aan de slag met het herkennen, erkennen en leer je hoe je dan weer omhoog op de ladder kunt komen.

Video afspelen