Zoals je inmiddels hebt geleerd is ons zenuwstelsel continu aan het screenen, om te checken of je veilig bent. Dat doet niet alleen jouw zenuwstelsel, maar ook dat van je partner, de buurvrouw, de kassamedewerkster in de supermarkt EN natuurlijk dat van je kind(eren)! Dit screenen wordt met een moeilijk wordt neurosceptie genoemd.

 

Jouw zenuwstelsel scant met behulp van je zintuigen en de energie om ons heen (die inmiddels ook meetbaar is, dus niks zweverigs aan) of je veilig bent. Je kent het vast wel, je komt op een verjaardag binnen en voelt meteen de sfeer, dat is neurosceptie. Of je staat ergens en hebt het gevoel dat je wordt bekeken, wanneer jij je omdraait zie je inderdaad dat iemand naar je staart. Ook dat is neurosceptie.

Nu je weet hoe het zenuwstelsel is opgebouwd en hoe jij jouw plek op je ladder kunt herkennen, erkennen en ernaar kunt handelen om jezelf zo hoog mogelijk op jouw ladder te krijgen. Kun je hier positief gebruik van maken wanneer het aankomt op co-regulatie.

 

Maar wat is co-regulatie? Co-regulatie betekent dat iemand de ander ondersteunt in zijn of haar regulatie. Het is iets wat we eigenlijk allemaal wel kennen en vaak onbewust doen. Als je kindje valt en huilt zal je hem of haar (hopelijk) bij je nemen en troosten. Als jij dan rustig en kalm bent en in verbinding bij je kind kunt blijven, zul je merken dat het verdriet en de pijn weer wegebben. Jij biedt op dat moment namelijk veiligheid aan, het zenuwstelsel van je kind pikt dit op en weet dat het goed is. De rust zal hierdoor veel sneller terugkeren.

 

Zou je in zo’n situatie zelf in paniek schieten of juist niet responsief reageren, dan pikt het zenuwstelsel van je kind dit op als onveilig. Je kind krijgt het idee er alleen voor te staan en zal zich niet gesteund voelen. 

Belangrijk om te weten is dat jonge kinderen zichzelf nog niet alleen kunnen reguleren. Hun brein en zenuwstelsel zijn simpelweg nog niet volledig ontwikkeld. Jouw kind heeft jouw hier dus bij nodig! Daarom herhaal ik altijd de volgende zin;

 

                                                                        ‘Een kind doet niet moeilijk, een kind heeft het moeilijk.’

 

Het is onze taak als volwassenen om de verantwoordelijkheid te nemen en het kind te ondersteunen. Dit doen we door middel van die co-regulatie. Door emotioneel beschikbaar te zijn en in verbinding te blijven, ook wanneer het niet gemakkelijk is. Zoals wanneer je kind bijvoorbeeld een driftbui heeft. Besef dan, je kind probeert niet zijn of haar zin te krijgen. Je kind probeert zich omhoog te reguleren, maar omdat jonge kinderen dit nog niet alleen kunnen ontstaan er vaak driftbuien. Blijf in zo’n geval dus beschikbaar voor je kind. Ook al kan op zo’n moment dat heel moeilijk zijn. 

 

Het is daarom belangrijk dat je als ouder goed voor jezelf zorgt, op tijd zelf aan jouw eigen stressregulatie werkt. Zodat je sterker in je schoenen staat wanneer je kind zo’n bui heeft. Sta jij boven op jouw ladder en krijgt je kind een driftbui dan kun jij hier veel rustiger bij blijven dan wanneer jij zelf ook al onderaan je ladder zit. Klinkt heel logisch, in de praktijk is dit niet altijd even gemakkelijk. Dit is een proces, ook bij mij gaat dit niet altijd perfect. Door hier bewust mee bezig te zijn en op tijd ook te kijken naar je eigen plek op die ladder zal je merken dat het steeds beter zal gaan.

En maak je een keer een ‘foutje’ bespreek dat nadien ook met je kind. Geef toe dat je het liever anders aan had willen pakken, zegt dat het je spijt en dat je hoopt dat je het de volgende keer anders aanpakt. Zo herstel je de verbinding en leer je je kind dat ook jij weleens een fout maakt. Niemand is perfect.

Video afspelen