Iedereen kent wel, het beeld van een driftige kleuter die in de supermarkt op de grond ligt te brullen omdat het niet dat
snoepje bij de kassa mag pakken van zijn moeder. Wellicht ben jij soms die moeder, of heb je het zien gebeuren terwijl je in de rij stond.
Heel normaal gedrag voor een kleuter, maar vaak ook een lastige situatie voor de moeder. Ze voelt de ogen van iedereen op
haar gericht, wat ga je doen? Geef je toe? Hoe krijg ik het weer rustig? Wat zullen ze van me denken?
Als deze moeder begrijpt hoe het zenuwstelsel van haar kind werkt, zal ze met meer compassie deze situatie benaderen
en het gedrag van haar kind beter begrijpen. Dit geldt niet alleen voor die moeder in de supermarkt. Ook wanneer je met kinderen
werkt in een klas of opvang is het heel waardevol om deze kennis te hebben.
We weten namelijk wel dat dit soort gedrag normaal is. De meesten van ons hebben het allemaal wel eens meegemaakt.
Door de Polyvagaal theorie te kennen en begrijpen leer je ook waarom dit normaal is.
En hoe je kinderen hierbij dan op de juiste manier kunt ondersteunen. Een belangrijke zin om hierbij al te onthouden is:
‘Een kind doet niet moeilijk, een kind heeft het moeilijk.’
Het brein van jonge kinderen, en dus ook het zenuwstelsel is nog niet volgroeid om in zo’n moeilijke situatie zichzelf te kunnen
reguleren. We kunnen het de kinderen dus ook niet kwalijk nemen, het is onze taak als volwassenen om kinderen hierbij te ondersteunen.
Laten we eerst de Polyvagaal theorie uitleggen, voordat we hier dieper op ingaan. Dr. Steven Porges ontdekte dat ons zenuwstelsel naast actie (sympathisch) en ontspanning (parasympatisch) nog een derde deel heeft. Namelijk een dorsaal deel, het oudste deel van ons zenuwstelsel.
Laten we de drie delen van jong naar oud eens bekijken.
Het jongste deel is ons ventrale deel, dit loopt vanaf ons hart voornamelijk richting ons gezicht. Dit deel zorgt ervoor dat we ons ontspannen voelen en sociale verbinding aan willen gaan. Wanneer je in deze ontspanning zit gaat er meer bloed naar je spijsverterings- en geslachtsorganen. Er is namelijk rust in je systeem dus voldoende tijd om te eten en voort te planten (evolutionair gezien heel logisch).
Het middelste deel is onze sympathicus, dit deel zorgt ervoor dat we in actie komen. Dit werkt heel goed als we even actief moeten
zijn, wanneer dit te lang duurt wordt dit stress. Wanneer stress te lang duurt, wordt het chronische stress, iets wat funest is voor zowel onze fysieke en mentale gezondheid.
Als we te lang in chronische stress zitten of de stress is teveel zakken we door naar het oudste deel van ons zenuwstelsel, het dorsale deel. In dit deel heb je nergens geen zin meer in, ben je afgevlakt qua emoties en kom je bijna niet meer in beweging. Vanuit de natuur gezien is dit het deel waarbij een dier ‘voor dood speelt’ wanneer het is gepakt door een roofdier. Dit heeft twee
functies, hopelijk te overleven, het dier kan nog ontsnappen als het roofdier even niet oplet. En de tweede, als het dier het toch niet overleeft voelt het dier er in de dorsale vagus niet veel meer van. Je bent in dit deel afgestompt van je gevoelens.
Als je nu voor het eerst iets over deze theorie leest is dit best abstract. Daarom hieronder een voorbeeld uit onze tijd als holbewoner:
‘Je zit met de stam warm en veilig bij het vuur in een grot, er is voldoende te eten. Iedereen voelt zich veilig en geborgen en
gaat sociale verbinding aan. Je zit op dat moment in je ventrale deel. Dan komt er een beer de grot in, iedereen schiet in actie en gaat op de vlucht of probeert de beer te lijf te gaan. Dit is het sympathische deel dat actief is. Helaas krijgt de beer je te pakken, je zakt als
een slappe pop in elkaar. Je ademhaling en hartslag werken nog, maar verder gaat er heel weinig energie meer door je lichaam. Je
lijkt al dood, maar schijn bedriegt. Hier zit je in je dorsale deel. Gelukkig komt er een stamlid met een brandende tak en jaagt de
beer weg. Wanneer de beer weg is begin je helemaal te trillen, de spanning komt los. Het trillen is weer een activatie van je
sympathisch deel. Als alles weer rustig is en de beer is duidelijk niet meer in de buurt gaat iedereen weer bij het vuur zitten, het gevoel van veiligheid is terug, je zit weer in je ventrale deel.’
Je bent nu van boven naar onder en weer naar boven gereguleerd. Het is handig om deze theorie als een soort ladder te zien, de
Polyvagale ladder. Je kunt geen treden overslaan op deze ladder. Dus zak je naar dorsaal, zul je eerst via de activatie (sympathisch) weer omhoog moeten reguleren om bij ventraal uit te komen.
Wellicht is je opgevallen dat het het woord ‘veiligheid’ regelmatig werd genoemd in het holbewoner verhaal.
Dat komt omdat ons zenuwstelsel continu aan het screenen is op veiligheid. Zodra het een onveilig signaal oppikt zal het schakelen
naar het sympathische of dorsale deel. In het verhaal van de beer was het onveilige signaal duidelijk, de beer. In deze moderne
tijd zijn deze signalen vaak veel subtieler, sterker nog, we zijn veel van deze signalen vaak normaal gaan vinden. Waardoor we
meer dan gewenst in ons sympathisch deel zitten of zelfs lager zakken, naar dorsaal.
Een moderne vertaling hiervan kun je zien in de vele burn-outs en depressies die onze maatschappij telt. Nu je deze kennis hebt kun je dus heel anders naar een ‘druk’ kind gaan kijken. Een druk kind zit duidelijk in zijn sympathisch deel, en is dus eigenlijk omhoog aan het reguleren of probeert te voorkomen niet naar het dorsale deel af te zakken. De vraag die jij jezelf dan kunt stellen is, wat heeft dit kind nodig om zich veilig te voelen? Zodat hij weer in het ventrale deel komt (bovenaan de ladder).
En hier komt het mooie, jij bent vaak al genoeg wat er nodig is om die veiligheid te bieden! Dit noemt Porges heel mooi co-regulatie.
Als jij ervoor kunt zorgen dat je kalm blijft en het kind kunt troosten en in verbinding kunt blijven pikt het zenuwstelsel dit op als veilig,
er is iemand die voor me zorgt, ik mag weer ontspannen. Waardoor jij het kind helpt om weer een stapje omhoog op die ladder te komen.
Uiteraard werkt het ook andersom, ervaar jij stress en ben je prikkelbaar dan zend jij (onbewust) signalen uit van onveiligheid. Dit
heeft ook invloed op de mensen om je heen. Het is daarom noodzaak om goed voor jezelf te zorgen, op tijd te zorgen dat jij zelf weer bovenaan je ladder komt. Zodat je veiligheid en verbinding kunt bieden aan je kind(eren). Met het directe gevolg dat er meer rust en ontspanning bij iedereen komt.
Met deze kennis in je achterhoofd benoem ik nog een keer deze zin:
‘Een kind doet niet moeilijk, een kind heeft het moeilijk.’
En heeft letterlijk jouw hulp nodig om weer omhoog te kunnen reguleren. Het is onze taak als volwassenen om hiervoor de
verantwoordelijkheid te nemen. Dat begint bij onszelf, op tijd ontspannen en rustmomenten inlassen gedurende de dag zijn daar een voorbeeld van. Bovendien laat je hiermee je kind(eren) zien dat dit belangrijk is en leer je zo al van jongs af aan dat op tijd ontspannen belangrijk is. Want heel eerlijk, hoeveel mensen hebben dat in onze maatschappij geleerd? Te weinig. Hou deze kennis vanaf nu in je achterhoofd op momenten wanneer een kind het lastig heeft. Dus sta je volgende keer in de supermarkt en zie je een kleuter met een
driftbui, weet dan deze kleuter doet niet moeilijk, maar heeft het moeilijk. Het kleine kleuterbrein kan er gewoon nog niet bij dat
hij of zij echt dat snoepje van mama niet mag.
Wil je graag meer leren over de Polyvagaal theorie en hierbij praktische handvatten
krijgen om thuis of in de klas mee aan de slag te gaan? Dan is de online cursus ‘Meer rust met een ontspannen zenuwstelsel’ de ideale manier om hier op jouw eigen tempo meer over te leren. Hier vind je meer informatie over deze online cursus.
Dit artikel is ook terug te lezen in het HartBewust Magazine, wil je de rest van dit magazine gratis digitaal ontvangen? Download hier.